Terwijl er nog steeds wereldwijd in duizenden steden Occupy-protestacties plaatsvinden, waarbij de afgelopen maanden heel verschillende soorten mensen geprotesteerd hebben tegen het systeem en tegen de graaicultuur van de bankiers, vraag ik me af of mensen wel door hebben dat het systeem in henzelf zit. Zouden drugsverslaafden, als zij hun volgende shot niet meer kunnen betalen, ook tegen hun verslaving (het systeem), of tegen de dealers (de bankiers) protesteren omdat die veel te veel geld vragen? Op precies dezelfde manier als een drugsverslaafde, ontkennen wij zelf enige verantwoordelijkheid voor de creatie van onze consumptieverslaving: het systeem anno nu. Er komen bij mij een paar vragen op. Hoe zit het systeem nu werkelijk in elkaar? Welke rol spelen wij erin? Hoe zijn we in deze uiterst afhankelijke positie beland? En wat kunnen we doen om weer vrij te worden?
Consumptieverslaving: de motor van dit systeem
De verborgen behoeften van de mens in het systeem zijn oneindig gebleken, want wat er ook geproduceerd wordt, er ontstaat vanzelf een markt voor. Of iets nu handig, mooi, gemakkelijk, nieuw, in de mode of sociaal verplicht is, er is altijd wel een reden te bedenken waarom je iets zou willen kopen. Die onverzadigbare consumptiebehoefte, ofwel consumptieverslaving, is verantwoordelijk voor het voortbestaan van het systeem waarin we nu leven. Het is de motor van de economie die ons daardoor genoeg inkomen verschaft, zodat wij onze verslaving kunnen blijven voeden. Daarom is het van groot belang en wordt van ons verlangd, dat wij onze consumptierol goed blijven vervullen.
Zolang we het kunnen betalen, klagen wij niet over die consumptiedruk en de mindere kanten van onze verslaving, want hebzucht is ons niet vreemd. In de afgelopen decennia, waarin we het financieel steeds beter hebben gekregen, hebben we wel een eigenaardige verschuiving in ons materialisme kunnen ontdekken. We willen producten kopen of krijgen, dat is de kick, maar het hebben en onderhouden van de producten is steeds minder populair geworden. Het duurt steeds korter voordat de egotrip is uitgewerkt en men weer iets nieuws koopt. De markt is het daar helemaal mee eens en heeft onderdelen en reparaties extra duur gemaakt, zodat er weer zo snel mogelijk een nieuw product aan je gesleten kan worden. Dus dat komt mooi uit. Maar of die overeenkomst van belangen toevallig is...
Hoe hebben grote economische krachten het systeem in hun greep gekregen?
Het basisprincipes van het kapitalistische systeem waar we in leven is: producten worden gemaakt als er behoefte aan is. Als het er zo staat, lijkt het erop dat de consument een bepalende rol speelt, maar in de praktijk is niets minder waar. De producenten die eerst met behulp van reclame de consument nog probeerden te verleiden, zijn om meer winst te maken, steeds verder gegaan in het gebruik van massamedia om de consument te manipuleren tot consumens, dat wil zeggen een aan consumptie verslaafd mens (altijd nog een leuker woord dan consumptieslaaf). Dat ze daar glansrijk in geslaagd zijn, daar is geen twijfel over mogelijk. De vraag is: hoe hebben ze dit voor elkaar gekregen?
Volgens mij is het begonnen met een terugtredende overheid, die steeds minder regels is gaan opleggen aan bedrijven en steeds meer overheidsbedrijven heeft geprivatiseerd. Bedrijven zijn sindsdien steeds invloedrijker geworden. Uiteindelijk zou je kunnen zeggen dat ook de overheid zelf geprivatiseerd is, ook al noemen we het geld waarmee de politieke partijen door bedrijven worden “gesteund”, nog niet “politieke investeringen”. De politici zelf bepalen nog maar heel weinig. Zo herinner ik me nog een interview waarin oud-partijleider van de PvdA, Wouter Bos, toegaf dat er steeds minder ruimte is om politiek te bedrijven, omdat er al zoveel vaststaat als je mee wilt draaien in de wereldeconomie. De politici zijn steeds meer vertegenwoordigers van het bedrijfsleven geworden, in plaats van volksvertegenwoordigers. Zo ook de Koningin, die voornamelijk staatsbezoeken aflegt om de Nederlandse zakenwereld te dienen.
Soms zijn het individuele bedrijven die de politieke besluitvorming richting geven, zoals Philips bij de afschaffing van de gloeilamp in Nederland (lees o.a. hierover in mijn artikel: Wakker geworden in 2009? Toch werd de basis voor dit idee al gelegd door het wereldwijde, propagandistische mediaoffensief van Al Gore tegen CO2-uitstoot. Welke bedrijven zouden dat mediaoffensief trouwens betaald hebben en waarom? Meestal is het dus een hele sector die op internationaal niveau invloed koopt. Het wordt daarom steeds moeilijker om precies de ware beleidsbepalers aan te wijzen.
Een beruchte economische sector die heel veel politieke invloed heeft is farmaceutische industrie (lees hierover het artikel van Dr. Lanctôt: Een evolutionaire crisis: de grootste uitdaging ooit). Een voorbeeld dat laat zien hoe groot de invloed van de farmaceutische industrie is, is de rechtszaak die vaccinatieadviseur van de overheid, Roel Coutinho (directeur van het Centrum Infectieziektenbestrijding) eind 2011 met het RIVM is gestart tegen huisarts, Hans van der Linde. Die laatste heeft namelijk kritiek geuit op Coutinho’s wetenschappelijk-farmaceutische belangenverstrengeling. Coutinho bedient de bevolking met eenzijdige en beangstigende vaccinatiepropaganda, terwijl de noodzaak en effectiviteit van de vaccinatieprogramma’s vaak omstreden zijn. Daarbij wordt zijn onderzoek structureel betaald door de farmaceutische bedrijven die de vaccinaties leveren. Ja, een huisarts die tegen zijn eigenbelang in dergelijke misstanden benoemt en daarmee farmaceutische belangen schaadt, valt uit de toon en loopt het risico om met overheidsgeld failliet geprocedeerd te worden. En wat doet de minister? En wat doen wij? Niets.
Over het algemeen kunnen we wel stellen dat economische krachten bepalen welke politieke besluiten er genomen worden. Maar als je als economische elite het systeem wilt beheersen, dan moet je niet ophouden bij het “aansturen” van de politiek met cadeautjes van allerlei soorten. Dat kan namelijk nooit lang goed gaan en is ook nog officieel verboden binnen een kritische en wakkere democratie. Dus moet je ook zorgen dat de bevolking minder kritisch en wakker wordt, of nog beter: dat het commerciële belang van bedrijven ook het eigenbelang van de bevolking wordt, en dat ze andere, principiële of morele beweegredenen vergeet. Hoe doe je dat? Met behulp van een commercialisering van de media en dan met name de televisie: de brainwashmachine bij uitstek.
De rol van de televisie bij de omscholing van de mens tot consumens
De televisie is steeds sneller en commerciëler geworden. Dat is niet alleen het geval bij de commerciële zenders, maar ook bij het publieke bestel. Hoe dat zo gekomen is? Als je als bedrijvenwereld de politiek in je broekzak hebt, dan kun je via overheidsmaatregelen de omroepen gemakkelijk dwingen om minder kritisch en commerciëler te worden. Sinds ook de publieke omroepen om kijkcijfers met elkaar moeten concurreren en op basis van populariteit hun bestaansrecht moeten proberen te behouden, is de televisie één marktplaats geworden. Kwaliteit en veelzijdigheid is daarbij de grote verliezer. Zo is de TV in zijn geheel steeds meer een consumptiegoed geworden dat de tijd vult met leegte, en steeds minder een inspirerend medium dat mensen laat nadenken over zichzelf en het leven, de maatschappij en de wereld. Steeds minder wordt je diep geraakt door iets wat er vertoond wordt. Je wordt eerder vermaakt, bezig gehouden met niet-essentiële zaken die belangrijk gemaakt worden. En zelfs als er wel iets wezenlijks wordt vertoond: door het steeds hogere tempo waarin de prikkels langs komen merken we ze niet eens meer op tussen alle pulp.
Door die steeds hogere snelheid van de TV word je geestelijk gevuld met een onverwerkbare hoeveelheid informatie, die een soort geestelijke mist veroorzaakt. Door die mist wordt het steeds moeilijker om je ziel, je eigen essentie, te zien. Zodoende wordt je waarheid, je wijsheid en je passie, die leven in je ziel, niet meer geprikkeld. Tenminste, niet door de TV. In plaats daarvan krijg je een cocktail van romantiek, glamour, hypes, haat, agressie, slecht nieuws en reclame geserveerd. En zo wordt je ziel door geen enkel programma meer aangesproken en wordt je ego overprikkeld.
Waarom kiezen we zo massaal voor deze invloed?
Gelukkig is het leven veelzijdiger dan televisiekijken en natuurlijk is het aan de mens om het kastje, wat dingen uitzendt die we lang niet altijd echt interessant vinden, uit te zetten. In ons echte leven kunnen we onze persoonlijke werkelijkheid beleven en alle inspiratie, persoonlijke spiegels en lessen ervaren die we nodig hebben. Waarom is de zelfbeheersing ten aanzien van dat medium zo moeilijk voor zovele? Kiezen we bewust voor de rotzooi die we kijken? Als we daar niet vanuit gaan, wordt de televisie misschien ergens onbewust, tijdens ons televisieslaapje, toch nog gezien als een venster op de maatschappij/de wereld. Het gebrek aan bewustzijn van zo veel kijkers ten aanzien van de invloed van de TV, is schokkend. De meeste mensen hebben niet door dat ze tijdens “het bijkomen voor de buis van een drukke werkdag,” sterk beïnvloed worden door wat ze toegediend krijgen.
De ongekende invloed van de TV. Bron: Deesillustration.com
Begrijpelijk is het wel, dat we die invloed onderschatten. Iedere scholier krijgt tekst- en verhaalanalyse, maar de meeste van ons hebben nooit leren televisiekijken. En dat terwijl de invloed van de televisie vele malen groter is dan die van boeken en verhalen. Juist door onze ongeschooldheid, worden we onbewust sterk beïnvloed worden door deze erg realistisch ogende schijnwerkelijkheid. We absorberen boodschappen en kopiëren gedrag, zonder zelf een keuze erover te maken, of er een eigen mening over te vormen. Zou de verandering van onze cultuur daarmee samen kunnen hangen? Ik bedoel het aangepaste gedrag van tieners en twintigers onder invloed van soapseries, de verminderde behoefte aan privacy, als gevolg van programma’s als Big Brother en het agressieve gedrag van kinderen, na het zien van bepaalde tekenfilms. Dat we naast dat kopieergedrag, doen wat de TV ons opdraagt, staat als een paal boven water: bang worden, ontevreden zijn over ons eigen leven en bovenal, consumeren.
En als je je nu afvraagt waarom televisie- en filmanalyse niet wordt onderwezen aan elk kind vanaf 10 of 12 jaar, dan komen we terug bij de sponsoren van de politiek, het bedrijfsleven. Die wil in ieder geval niet dat de jeugd ineens opgeleid gaat worden tot kritische TV-kijkers. Het is in het belang van het systeem dat het volk onbewust blijft van de werking van het controlemechanisme. Zo blijft de consumens doen wat hij moet doen voor een “gezonde” economische groei: zijn verslavingen voeden.
De psychologische programmering van de mens door het systeem
Dan wordt het nu tijd om het over de verdere impact van die beïnvloeding te hebben. Hoe komt de consumptieverslaving bij ons binnen en waarom accepteren wij die programmering? Ik maak daarvoor een stapje dieper naar hoe de invloeden die we toegediend krijgen, inwerken op onze geest, ons persoonlijke systeem. Er is vanuit de maatschappij interesse voor wat je wilt, wat je hebt, wat je kunt, hoe slim je bent, hoe goed jij gewaardeerd wordt en misschien voor wat je wilt worden, maar niet voor wie je bent. Je conclusie: jij bent niet speciaal, daar moet je je best voor doen, iets speciaals hebben of kunnen. Je gaat dus bouwen aan een succesvol leven aan de buitenkant, je wordt heel erg prestatiegericht en ambitieus, of je koopt een mooie façade om waardering te krijgen.
Maar de waardering die je daarvoor krijgt, leidt nooit tot tevredenheid. Tevredenheid is namelijk het terrein van de ziel. Aandacht voor je ziel en leven vanuit je ziel maakt je tevreden. Dus is het vanuit commercieel perspectief van belang om geen soulfood op de TV te brengen, zodat de innerlijke leegte en ontevredenheid van de kijkers intact blijft. En kunstmatig zelfvertrouwen, dat gebaseerd is op die buitenkantdingen, is ook nooit duurzaam. Vanuit je structurele ontevredenheid en je zoektocht naar waardering blijf je onverzadigbaar kooplustig. Producten die je even blij, interessant of populair maken zijn er nooit genoeg en blijven nooit lang in de mode. De producenten varen er wel bij. Maar ze kunnen nooit maken wat jij echt nodig hebt: liefde. En dus blijf je liefdesvervangers en troostproducten consumeren, eindeloos. Dat is de consumptieverslaving.
De teloorgang van een kritische cultuur
Als we erkennen dat we opgeleid worden om als consumptieverslaafde door het leven te gaan en dat het leeuwendeel van de input die we krijgen, erop gericht is om ons afhankelijk en behoeftig te houden, dan vraag ik mij af: waarom is er geen fundamenteel verzet tegen dit systeem? Vanaf de jaren ’70 was er in onze cultuur toch sprake van een sterk kritisch en zelfdenkend vermogen bij een groot deel van de bevolking. Men streed voor gelijke rechten en persoonlijke vrijheid voor iedereen. Er waren ideologische discussies tussen progressieve idealisten en conservatieve pragmatici. Eerst was er een overwinning voor de idealisten. Er kwam meer vrijheid, gelijkheid en een socialere samenleving. Vervolgens bleek in de jaren ’80 dat wij die vrijheid graag aan de vervulling van ons eigenbelang wijdden: een overwinning voor de pragmatici. En sindsdien lijken de meeste ideologische en systeemkritische geluiden langzamerhand verdwenen te zijn uit de mainstream media.
Wat voor kritische geluiden komen we nog wel tegen in de pers? De berichtgeving over de Occupy-beweging schetst een beeld van een onsamenhangende groep demonstranten met onduidelijke doelen, vergelijkbaar met hoe de anti-globalisten en anders-globalisten altijd zijn neergezet. Ze schijnen te kamperen voor meer sociale en economische rechtvaardigheid, een waarachtige volksvertegenwoordiging en vooral tegen het huidige systeem. Maar aan wie precies doen ze een oproep? Moeten bankdirecteuren zich door de protesten ineens schuldig gaan voelen over hun buitensporige zelfverrijking? Moeten politici hun jaarlijkse vangstquota aan steekpenningen aan het goede doel schenken en massaal klokkenluiders worden? Dan verwacht je toch echt te veel moed van de verkeerde mensen. We hebben het al zo vaak gezien: klokkenluiders worden door de overheid als de paria’s van de maatschappij behandeld. Daardoor is de schade die zij de corruptie toebrengen veel kleiner, dan de ellende die ze over zichzelf afroepen.
Ik weet dat er toch nog steeds zulke moedige, heldere en kritische mensen zijn, maar ik vind niet dat zij genoeg aandacht krijgen in de media. En zeker niet als ze door het gezag monddood worden gemaakt. Dan trekken de media ook hun handen ervan af. Maar zelfs bij een inhoudelijke censuur door de media, is er nog steeds wel een mogelijkheid om je punt te maken via het internet. Deze moderne verworvenheid is één van de zeldzame ontwikkelingen van de laatste tijd die wèl heeft bijgedragen aan de empowerment van de mensen. Een groot deel van onze bevolking heeft de mogelijkheid om via dit medium de eigen visie te ventileren. En ze zijn er wel, de kritische websites zoals wanttoknow.nl, wijwordenwakker.org en ik doe zelf ook graag een duit in dat zakje van bewustwording.
Er zijn dus genoeg kritische en wakkere mensen, die ons onder andere via websites, boeken en lezingen proberen wakker te maken en om door de façades van het systeem heen te kijken. Waarom worden die websites dan door zo’n select gezelschap bezocht? En waarom wordt er zo weinig gekeken naar de zeldzame TV-programma’s die ook kritisch naar het systeem kijken, die doofpotten openen, of die laten zien wat voor rotzooi wij eten. Of andere programma’s die misstanden bij de overheid, in de medische wereld, of in de rechtspraak aan de kaak stellen, waarom worden die niet massaal bekeken en door gerichte protestacties gevolgd? Waarom eisen wij bijvoorbeeld niet de directe beëindiging van het proces tegen de eerdergenoemde kritische huisarts, Hans van der Linde? Omdat onze persoonlijke belangen nog niet direct geraakt worden? Zijn we alleen daarin nog maar geïnteresseerd?
Is er nog hoop?
Ik denk uiteindelijk niet dat de onrechtvaardigheid van het systeem aan de televisie ligt en aan het beperkte aanbod van kritische geluiden en heldere spiegels in dit land. Anders zouden bewustmakende media allang populairder, ofwel mainstream zijn geworden. Ik denk dat de aan consumptie verslaafde mens gewoon niet wil zien wat hem niet uitkomt, zolang hij zich dat kan permitteren.